Aardbevingen in Groningen
De aardbevingen in Groningen worden veroorzaakt door gaswinning en worden geïnduceerde bevingen genoemd. In Groningen komen ze op een diepte voor van ongeveer 3 km. Ze verschillen van natuurlijke bevingen die op een diepte van 20 tot 100 km diepte voorkomen. De kracht van een beving wordt gemeten op de schaal van Richter. Er zijn echter drie belangrijke verschillen tussen geïnduceerde en natuurlijke bevingen:
1. In Groningen is er weinig massa boven het hypocentrum, waardoor er veel minder demping is dan bij natuurlijke aardbevingen.
2. De meeste aardbevingen in Groningen zijn klein. Zo'n kleine beving op zich heeft niet heel veel effect, maar al die kleine bevingen samen hebben wel effect.
3. De bodem in het bevingengebied bestaat uit slappe klei en werkt als een enorme elastiek die de bevingen kan versterken. Dit heet opslingering.
In de praktijk betekent dat een beving in Groningen van 2.0 op de schaal van Richter wel lichte schade kan veroorzaken aan gebouwen, terwijl bij een natuurlijke aardbeving bij 2.0 nauwelijks wordt gevoeld. De zwaarste aardbeving in Groningen was in 2012 bij Huizinge met 3.6 op de schaal van Richter. De schade was enorm en woningen en boerderijen moesten worden gestut om instorting te voorkomen. Een natuurlijke aardbeving van 3.0 tot 3.9 wordt ervaren als een voorbijrijdende vrachtwagen waarbij er hooguit zeer lichte schade is. Pas bij een kracht van 5.0 > is bij een natuurlijke beving, een schade te verwachten als in het zwaarst getroffen gebied in Groningen.
In onze bodem zitten breuklijnen, deze zijn niet recht maar zijn meestal schuin en ruw, zoals hieronder staat aangegeven. Als door het winnen van gas, de druk in plaat B meer afneemt dan in plaat A, zal met enige vertraging en soms met een schok de lagen verschuiven. De schok wordt waargenomen als een aardbeving. De vertraging wordt ook veroorzaakt door zachte lagen, zoals de zoutlagen die op de poreuze steenlagen liggen. Door deze vertraging en het opvoeren van de gasproductie, worden we pas de laatste jaren geconfronteerd met schade door aardbevingen. De gasproductie beperken is een eerste stap, maar daarmee zijn we er niet.
De gaswinning begon in 1964 en de eerste aardbeving was in 1986. Het zou dus kunnen dat de aardbevingen zelfs na het stoppen met boren nog ruim 20 jaar door zullen gaan. Vast staat wel, dat minder gas oppompen, minder kans op aardbevingen geeft.